Jubileumconcert – Hollands Glorie


Evenementgegevens


Het Leiderdorps Kamerkoor bestaat 40 jaar in 2017. Dit vieren wij met drie concerten: op 19 maart in Leiderdorp, op 26 maart in Almelo en op 12 november in Zoeterwoude.
Dirigent: Arnaud van Gelder.

programma
  • Ton de Leeuw – uit: Cinq Hymnes: deel 2 (Regarde)
  • Daan Manneke – Psalm 122
  • intermezzo
  • Henk Badings – Canamus, amici, canamus
  • Alphons Diepenbrock – Wandrers Nachtlied
  • Jurriaan Andriessen – Sonnet 43
  • Joep Franssens – uit: Harmony of the Spheres – deel 2
  • KORTE ONDERBREKING
  • Ton de Leeuw – uit: Cinq Hymnes: 4 (Silence)
  • Alexander Voormolen – Wanderers Nachtlied
  • Joep Franssens – uit: Harmony of the Spheres – deel 4
  • Alphons Diepenbrock – Chanson d’automne
  • intermezzo
  • Ton de Leeuw – Prière
  • J.P. Sweelinck – Gaudete

Toelichting

2017: 40 jaar Leiderdorps Kamerkoor! We brengen in ons jubileumjaar, naast een zeer bijzonder project met orkest, solisten en een opdrachtcompositie in het najaar, nu ook een prachtig a capella programma, dat is gewijd aan bekende en minder bekende componisten uit de Nederlandse muziekgeschiedenis. In deze muziek kan het koor zijn volle klank en expressiviteit kwijt, terwijl zijn veelzijdigheid volledig wordt aangesproken. We hebben een ambitieus programma samengesteld met prijzende, liefdevolle, maar ook melancholische werken: het bevat zowel wereldlijke als religieuze composities, 16e -eeuwse als hedendaagse muziek, zeer persoonlijke percepties en alomvattende wereldbeelden.

In een Hollands Glorie programma mag Jan Pieterszoon Sweelinck (1562 – 1621) als belangrijkste Nederlandse componist van de overgang tussen renaissance en vroegbarok natuurlijk niet ontbreken. Zijn Gaudete omnes is een vreugdevol motet waarin de komst van de Heer wordt aangekondigd en iedereen wordt opgeroepen tot lofzangen.

Ook de classicus en als componist autodidact Alphons Diepenbrock (1862 – 1921) wordt tot  de grote Nederlandse componisten gerekend, hij heeft veel vocale muziek geschreven. Veelal deed hij dit op teksten uit de Duitse romantiek, maar in zijn latere jaren zette hij ook werken van Franse dichters op muziek. Beide talen komen aan bod in expressieve teksten: we zingen Wandrers nachtlied op tekst van Johann Wolfgang von Goethe, geschreven aan het eind van zijn lezen, en Chanson d’automne , een tekst waarin Paul Verlaine de symboliek van de herfst gebruikt om het trieste beeld van het ouder worden te beschrijven.

Van de minder bekende Alexander Voormolen (1895 – 1980) zingen wij eveneens een fraaie zetting van Von Goethes Wandrers Nachtlied. In zijn vroege jaren was Voormolen voornamelijk Frans georiënteerd, bij vlagen geeft hij bijzondere contouren aan Goethes tekst.

Henk Badings’ (1907 – 1987) Canamus amici is een zeer toegankelijk, studentikoos werk uit 1957 dat oproept tot vreugdevol zingen en het bezingen van de muzen.

Een iets jongere tijdgenoot van Voormolen en Badings is Jurriaan Andriessen (1925 – 1996), lid van de bekende kunstenaarsfamilie en broer van de bekende componist Louis. Hij schreef een prachtige zetting van Shakespeares Sonnet nr. 43 met hier en daar een vleugje minimal music.

Eén van de bekendste 20e-eeuwse Nederlandse componisten en voorvechter van niet-westerse muziek is Ton de Leeuw (1926 – 1996). Van hem voeren we het meditatieve Prière uit op een gebedstekst uit de Koran. Dit stuk kenmerkt zich door de herhaling van de sobere muzikale middelen die De Leeuw gebruikt. Samen met het polyfone karakter van enkele passages krijgt het op de luisteraar een haast tantrische uitwerking. Daarnaast zingen we ook twee delen uit zijn Cinq Hymnes op teksten van de 15e-eeuwse Oosterse poëet, musicus en mysticus Kabir, die handelen over een mystieke, liefdevolle interpretatie van het geloof in God.

Op het programma staan ook composities van nog levende componisten. Daan Manneke (1939) studeerde bij en bleef bevriend met Ton de Leeuw, door wie zijn composities naar eigen zeggen definitief vorm kregen. Zijn Psalm 122 is net als de Geneefse psalmen van Sweelinck in het Frans gezet en doet denken aan de klankwereld van Arvo Pärt.

Joep Franssens (1955) wordt vaak gezien als de Nederlandse representant van de nieuwe spiritualiteit beweging, hij probeert in zijn muziek het Universele uit te drukken. Zijn inspiratie hiervoor vindt hij vooral bij de filosofen Pessoa en Spinoza. Zijn Harmony of the Spheres is geschreven op teksten uit  Spinoza’s Ethica. De teksten van deel II en IV zijn aan elkaar gerelateerd, zij draaien om vrijheid in het algemeen en de vrijheid van het individu en hoe die zich tot elkaar verhouden. In Franssens’ verklanking lijken de stemmen als planeten in de kosmos om elkaar heen te draaien, zoals muziek volgens het wereldbeeld van Plato en Pythagoras een afspiegeling was van kosmische sferenzang van sterren en planeten. Met hun vele polyfone stemmenweefsels doen de werken denken aan oude renaissance polyfonie. De vele zelfstandige bewegingen, die harmonisch altijd prachtig samenkomen, geven op meesterlijke wijze uiting aan Spinoza’s begrip van vrijheid.

Arnaud van Gelder